
Berichten
1
Bericht opstellen
, 2
Mappen
, 3
Spraakberichten
, 4
Dienstopdrachten
Logboek
1
Gemiste oproepen
, 2
Ontvangen oproepen
, 3
Gekozen nummers
, 4
Laatste
oproepen verwijderen
, 5
Gespreksduur
Contacten
1
Zoeken
, 2
Contact toev.
, 3
Verwijderen
, 4
Instellingen
, 5
Snelkeuze
, 6
Dienstnummers
(alleen weergegeven als dit door de SIM-kaart wordt
ondersteund), 7
Eigen nummers
(alleen weergegeven als dit door de SIM-
kaart wordt ondersteund)
Profielen
Bevat instellingsgroepen (profielen) die u kunt activeren. Er kan slechts één
profiel tegelijkertijd actief zijn.
Instellingen
1
Oproepinst.
, 2
Telefooninst.
, 3
Beveiligingsinst.
, 4
Weergave-
instellingen
, 5
Instellingen tijd en datum
, 6
Rechter selectietoets
SIM-diensten
Geeft toegang tot de extra functies die op de SIM-kaart beschikbaar zijn. Dit
menu is uitsluitend beschikbaar als dit door de SIM-kaart wordt
ondersteund.
Berichten
Met uw apparaat kunnen tekstberichten worden verzonden die langer zijn dan 160 tekens. Als een bericht langer is dan 160
tekens, wordt het als een reeks van twee of meer berichten verzonden.
Bovenaan in het display wordt de berichtlengte aangegeven, terugtellend vanaf 160. 10/2 betekent bijvoorbeeld dat u nog 10
tekens kunt toevoegen als u de tekst in twee berichten wilt verzenden.
Het gebruik van speciale (Unicode-)tekens zoals ë, â en á kost meer ruimte.
Als uw bericht speciale tekens bevat, wordt de berichtlengte mogelijk niet correct aangegeven. Voordat het bericht wordt
verzonden, krijgt u een melding als het bericht de maximumlengte voor berichten overschrijdt.
Druk op
Menu
en selecteer
Berichten
.
U kunt ook andere berichttypen intoetsen op de communicatorinterface.
Zie 'Berichten', p. 30.
Wanneer u berichten verzendt, kan het zijn dat op het apparaat de melding
Bericht is verzonden
wordt weergegeven. Hiermee
wordt aangegeven dat het bericht is verzonden naar het nummer van de berichtencentrale dat in het apparaat is
geprogrammeerd. Dit is geen indicatie dat het bericht is aangekomen op de doellocatie. Raadpleeg uw serviceprovider voor
meer informatie over berichtdiensten. Als u een tekstbericht wilt opstellen, selecteert u
Bericht opstellen
en toetst u de
berichttekst in. Als u het bericht wilt verzenden, drukt u op de beltoets of op
Verzend.
en voert u het telefoonnummer van de
ontvanger in, of drukt u op
Zoeken
om het telefoonnummer op te zoeken in de lijst met contacten. Als u op
Opties
drukt tijdens
het intoetsen van het bericht, kunt u het bericht bijvoorbeeld aan verschillende ontvangers sturen of het bericht opslaan voor
later gebruik.
Tip: U kunt de editor voor korte berichten openen vanuit de stand-bymodus door op de bladertoets-links te drukken.
Als u de inhoud van een tekstberichtenmap wilt weergeven, selecteert u
Mappen
en selecteert u de gewenste map. Als u een
nieuwe map wilt maken, drukt u op
Opties
in de mappenlijst en selecteert u
Map toevoegen
.
Tip: U kunt de map Postvak IN openen vanuit de stand-bymodus door op de bladertoets-rechts te drukken.
D e t e l e f o o n i n t e r f a c e
Copyright © 2005 Nokia. All Rights Reserved.
19

Voicemailboxes gebruiken - Als u het nummer van uw voicemailbox wilt definiëren of bewerken (netwerkdienst), selecteert u
Spraakberichten
>
Nummer voicemailbox
. Toets het nummer in of zoek het op in de lijst met contacten. U krijgt het
voicemailnummer van uw serviceprovider of netwerkoperator.
Als u spraakberichten wilt beluisteren (netwerkdienst), selecteert u
Spraakberichten
>
Luisteren naar voicemail
.
Als u een dienstopdracht naar de serviceprovider wilt zenden (netwerkdienst), selecteert u
Dienstopdrachten
. Toets de opdracht
in en druk op de beltoets of op
Verzend.
.