Nokia 9300i - Een internettoegangspunt voor een wireless LAN instellen

background image

Een internettoegangspunt voor een wireless LAN instellen

De communicator heeft een vooraf gedefinieerd internettoegangspunt voor een wireless LAN, maar u kunt ook zelf een nieuw

internettoegangspunt maken.
1. Selecteer

Verbindingen

>

Instellen internet

.

2. Druk op

Nieuw

. U kunt desgewenst een bestaand internettoegangspunt gebruiken als basis voor het nieuwe toegangspunt.

3. Definieer de instellingen.

Naam internetinstellingen

— Voer een beschrijvende naam voor het internettoegangspunt in.

Netwerk-id

— Selecteer de netwerk-ID op basis van het bestemmingsnetwerk waartoe u met het internettoegangspunt

toegang wilt. U kunt netwerk-ID's hernoemen en nieuwe netwerk-ID's maken. Met de juiste netwerk-ID zorgt u ervoor

dat het gegevensverkeer rechtstreeks naar het gewenste netwerk wordt doorgestuurd. Met name VPN-software (Virtual

Private Network) kan het gegevensverkeer voor een bepaald netwerk beperken. Met netwerk-ID's kunnen

internettoegangspunten worden gefilterd bij het tot stand brengen van een internetverbinding.

Type internetinstellingen

— Selecteer

Wireless LAN

als verbindingstype.

Netwerkmodus

— Als u de modus

Infrastructuur

selecteert, kunnen apparaten met elkaar en met vaste LAN-apparaten

communiceren via een wireless LAN-toegangspunt. Als u de modus

Ad-hoc

selecteert, kunnen apparaten rechtstreeks

gegevens verzenden en ontvangen. Er is geen wireless LAN-toegangspunt nodig.

Netwerknaam

— Typ de netwerknaam (SSID - Service Set IDentifier) zoals opgegeven door de systeembeheerder of druk

op

Wijzigen

en selecteer een naam in de lijst. In de modus Ad-hoc geven gebruikers zelf een naam aan het wireless LAN.

Als u de netwerknaam hier niet opgeeft, wordt u gevraagd een netwerk te selecteren wanneer u een wireless LAN-

verbinding tot stand brengt.

Beveiligingsmodus

— U moet dezelfde beveiligingsmodus selecteren die wordt gebruikt in het wireless LAN-

toegangspunt. Als u

WEP

(Wired Equivalent Privacy),

802.1X

, of

WPA/WPA2

(Wi-Fi Protected Access) selecteert, moet u ook

de relevante extra instellingen configureren.

4. Nadat u de instellingen hebt gedefinieerd, drukt u op

Geavanc.

om geavanceerde instellingen op te geven als dit nodig is.

Druk anders op

Voltooien

of

Gereed

om de configuratiewizard af te sluiten.