Nokia 9300i - Een internettoegangspunt instellen

background image

Een internettoegangspunt instellen

1. Selecteer

Verbindingen

>

Instellen internet

.

2. Druk op

Nieuw

. U kunt een bestaand internettoegangspunt gebruiken als basis voor een nieuw toegangspunt: nadat u op

Nieuw

hebt gedrukt, drukt u op

Ja

. Selecteer het toegangspunt in de lijst en druk op

OK

.

3. Definieer de instellingen.

Naam internetinstellingen

— Voer een beschrijvende naam in voor de verbinding.

Type internetinstellingen

— Selecteer het verbindingstype. Afhankelijk van het geselecteerde verbindingstype zijn tijdens

de configuratie slechts bepaalde instellingen beschikbaar.

Netwerk-id

— Selecteer de netwerk-ID op basis van het bestemmingsnetwerk waartoe u met het internettoegangspunt

toegang wilt. U kunt netwerk-ID's hernoemen en nieuwe netwerk-ID's maken. Met de juiste netwerk-ID zorgt u ervoor

dat het gegevensverkeer rechtstreeks naar het gewenste netwerk wordt doorgestuurd. Met name VPN-software (Virtual

Private Network) kan het gegevensverkeer voor een bepaald netwerk beperken. Netwerk-ID's kunnen worden gebruikt

om internettoegangspunten te filteren bij het tot stand brengen van een internetverbinding.

Naam GPRS-toegangspunt

(alleen GPRS) — Als u geen standaard internettoegangspunt gebruikt, definieert u een naam

voor het toegangspunt. U krijgt de naam van uw netwerkoperator of serviceprovider.

Telefoonnummer

(alleen voor GSM-gegevens) — Voer het modemnummer van het internettoegangspunt in.

Wachtwoord vragen

— Wijzig dit in

Ja

als u steeds een nieuw wachtwoord moet invoeren als u zich bij een server aanmeldt,

of als u uw wachtwoord niet op het apparaat wilt opslaan.

Gebruikersnaam

— Voer een gebruikersnaam in als de serviceprovider dit vereist. De gebruikersnaam, doorgaans geleverd

door de serviceprovider, kan vereist zijn om een gegevensverbinding tot stand te brengen. Bij de gebruikersnaam wordt

meestal onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters.

Wachtwoord

— Een wachtwoord, doorgaans geleverd door de serviceprovider, kan vereist zijn om verbinding te maken

met internet. Bij het wachtwoord wordt meestal onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters.

4. Nadat u de instellingen hebt gedefinieerd, drukt u op

Geavanc.

om geavanceerde instellingen op te geven als dit nodig is.

Druk anders op

Voltooien

of

Gereed

om de configuratiewizard af te sluiten.

C o n f i g . s c h e r m

Copyright © 2005 Nokia. All Rights Reserved.

74