Nokia 9300i - Bestanden en mappen beheren

background image

Bestanden en mappen beheren

Als u een map wilt openen, selecteert u de gewenste map en drukt u op

Openen

. Alle submappen en bestanden in deze hoofdmap

worden weergegeven. Als u een submap wilt openen, selecteert u de map en drukt u op

Openen

. Als u naar de bovenliggende

map wilt gaan, selecteert u en drukt u op

Openen

. Druk op

Map sluiten

om terug te keren naar de hoofdweergave.

Als u een bestand wilt openen, selecteert u het bestand en drukt u op

Openen

. Het bestand wordt in de bijbehorende toepassing

geopend. U kunt slechts één bestand tegelijk openen.

Tip: Als u verborgen bestanden wilt weergeven, drukt u op Menu en selecteert u

Beeld

>

Alle bestanden weergeven

.

Als u een nieuw bestand of nieuwe map wilt maken, gaat u naar de locatie waar het bestand of de map moet komen. Druk op

Menu en selecteer

Bestand

>

Nieuwe map

of

Nieuw bestand...

. Geef een naam op en druk op

OK

.

Als u bestanden of mappen wilt verplaatsen of kopiëren, selecteert u het gewenste bestand of de gewenste map. Druk op Menu

en selecteer

Bewerken

>

Knippen

of

Kopiëren

. Ga vervolgens naar de locatie waar u het bestand of de map wilt plaatsen, druk

op Menu en selecteer

Bewerken

>

Plakken

.

Tip: U kunt bestanden of mappen ook verplaatsen door op

Verplaats

te drukken.

Als u de naam van bestanden of mappen wilt wijzigen, selecteert u het gewenste bestand of de gewenste map. Druk op Menu

en selecteer

Bestand

>

Naam wijzigen

. Voer de nieuwe naam in en druk op

Naam wijzigen

. Het is raadzaam de namen van

standaardmappen niet te wijzigen. Standaardmappen zijn de mappen die worden gemaakt wanneer het apparaat voor het

eerst wordt gestart, bijvoorbeeld

C:\Mijn bestanden\

en

C:\Mijn bestanden\Sjablonen\

.

Als u bestanden of mappen wilt verwijderen, selecteert u het gewenste bestand of de gewenste map en drukt u op

Wissen

.

Als u de eigenschappen van een bestand, map of station wilt wijzigen, selecteert u het bestand, de map of het station. Druk op

Menu en selecteer

Bestand

>

Eigenschappen...

. Als u wilt voorkomen dat het bestand of de map wordt gewijzigd, selecteert u

het veld

Alleen-lezen

en vervolgens

Ja

. Als u een bestand wilt verbergen, selecteert u het veld

Verborgen

en vervolgens

Ja

.

Als u een snelkoppeling wilt toevoegen aan het Bureaublad, selecteert u het gewenste bestand of de gewenste map. Druk op

Menu en selecteer

Bestand

>

Toevoegen aan Bureaublad...

. Selecteer vervolgens de toepassingsgroepen waaraan u de

snelkoppeling wilt toevoegen.
Als u bestanden en mappen wilt sorteren. drukt u op Menu en selecteert u

Beeld

>

Sorteren op

of

Sorteervolgorde

. Selecteer

een van de beschikbare opties.
Als u een bestand wilt verzenden, selecteert u het bestand, drukt u op Menu en selecteert u

Bestand

>

Verzenden

. Selecteer de

verzendmethode.
Als u de instellingen voor

Bestandsbh.

wilt wijzigen, drukt u op Menu en selecteert u

Extra

>

Instellingen...

. U kunt aangeven of

u door de mappen en bestanden van de systeemmap in

Bestandsbh.

wilt kunnen bladeren.

Tip: Het is raadzaam om de systeemmap te verbergen, zodat het niet mogelijk is om per ongeluk belangrijke

systeembestanden te verwijderen of te verplaatsen en daarmee de werking van de software aan te tasten.

Als u wilt zoeken naar bestanden en mappen, drukt u op Menu en selecteert u

Extra

>

Zoeken...

. Voer de tekenreeks in die

voorkomt in de naam van het bestand of de map waarnaar u zoekt. Druk vervolgens op

Zoeken

. Als u de locatie wilt wijzigen

of de zoekcriteria wilt verkleinen, drukt u op

Opties

. Gebruik de volgende opties om naar bestanden en mappen te zoeken:

• jokertekens: ? voor een willekeurig teken en * voor een willekeurige reeks
• operators: AND, OR, NOT
• aanhalingstekens: om te zoeken naar letterlijke tekst, bijvoorbeeld "mobiele telefoon"

Copyright © 2005 Nokia. All Rights Reserved.

63

background image

In de weergave

Resultaten

kunt u de gevonden bestanden en mappen openen en verwijderen, maar ook verplaatsen, kopiëren,

sorteren en een andere naam geven.